dinsdag 25 oktober 2016

Momenten uit het Westerkwartier







Momenten uit het Westerkwartier
(uit de schoolkrant van 1985) 

......Het was in mei......
In een nacht vloog er een vliegtuig over om 'spullen' te droppen.
Het vliegtuig werd even later door het Duitse afweergeschut naar beneden geschoten.
De piloot is uit het vliegtuig gesprongen met de parachute.
Hij is veilig geland en is door de weilanden gelopen en heeft bij de eerste beste boerderij aangeklopt.
Dat was de bioerderij van mijn opa.
De Duitsers die wel gezien haddenb dat er iemand uit het vliegtuig was gesprongen, deden de volgende dag allerlei razzia's......
Jan Peter Faber

......In de oorlogstijd had mijn opa een boerderijtje, een paar koeien en een stuk grond.
Elke dag moest hij de melk van zijn koeien ontromen, want bij de boterfabriek nocht hij alleen maar room leveren.
Hij vervoerde  die room in een melkbus, die voorop de fiets stond. 
Elke dag naar de boterfabriek.......

De Duitsers stonden langs de weg om iedereen die er langs kwam te controleren.
Omdat opa er elke dag langs kwam, kenden ze hem beter en mocht hij door fietsen zonder controle.
Opa had achter in de schuur een hok gebouwd, waarin hij een paar varkens mestte.
Om het geluid te dempen stond er stro omheen.
Soms werd er een varken geslacht en het vlees werd verkocht.
Hij vervoerde het in de melkbus in plaats van de room......
Opa werd echter verraden.....
Hij moest de varkens bij de Duitsers inleveren.
Met het vlees in die melkbus was hij nooit gesnapt.

Conny van Hoeve

.....Mijn opa had ook een onderduiker.....
Toen een kennis kwam vertellen dat de Duitsers kwamen, slopen mijn opa en de obderduiker door de tuin naar de bietenveklden.
De Duitsers doorzochten het hele huis en vroegen van alles aan mijn oma.
Die deed of ze vreselijk hoofdpijn had....
De Duitsers gooiden alles ui de kasten en duwden de meubels omver, maar konden gelukkig niets vinden......

Marga Sloot

.......Als je in de oorlog op school zat en je hoorde een vliegtuig, dan moest je onder de banken kruipen.
Als kind drong het eigenlijk allemaal niet zo goed tot je door.
Je begreep niet goed, waarom dat moest.
Soms kreeg je op school een sinaasappel of een pilletje.
Die kreeg je vanwege vitaminegebruik......

Krijno Zwerver

.....Mijn grootvader was toen in die tijd net zo oud, dat hij naar Duitsland moest om te werken.
Maar omdat hij al vroeg getrouwd was en al twee kinderen had, kon je via een briefje van je huiarts- als je tenminste een huisarts had die dat wilde- met de verklaring, dat je een bepaalde ziekte had, aantonen, dat je niet geschikt was voor werken in Duitsland.

Op dat briefje moesten stempels van iemand, die in Helpman een kantoor had.
Mijn grootmoeder moest daar achteraan.
Lopend van Groningen naar Helpman kwam ze bij die meneer.
Ze vroegen haar wat grootvader mankeerde.
Mijn grootmoeder zei in het Gronings:
'Touvall'n".
Ze kreeg meteen haar stempeld, waarna ze wegging.
Ze zei:
"Je was zelfs bang, dat ze je terug zouden roepen"

Daarna moest ze naar Glimmen om een stempel bij een Duitse commandant te halen.
In het gebouw zaten allemaal Duitse soldaten snert te eten en mijn grootmoeder liep het water in de mond, want sinds ze van huis was gegaan, had ze nog niets gegeten.
Ook hier vertelde ze dat haar man aan'touvall'n' leed ehn kreeg haar stempel.
Een van de Duitse soldaten vroeg haar of ze misschien ook een bord snert wilde en zonder zich te bedenken, zei ze:
"Ja!"

En zo kwam het dat mijn grootmoeder tussen al die Duitsers snert heeft gegeten.......

Joke Klaveringa

Interview

Hoe oud was u toen de oorlog begon?

Hij: Ik was 27 jaar
Zij: Ik was 29

Was het in u dorp goed te merken, dat het oorlog was?

Ja, erg goed.
Toen de oorlog begon op 10 mei, zat ik 's morgens koeien te melken en toen lieten de Duitsers de bruggen springen.
Toen ik thuis kwam, hoorde ik, dat de Duitsers ons land waren binnengevallen.

Waren er in uw dorp ook Joden of onderduikers?

Geen Joden, maar wel onderduikers.
We hebben ze thuis ook gehad.
We lieten dan 's avonds de deur van de schuur tot een bepaalde tijd los en als we dan dachten, dat ze binnen waren, deden we de deur op slot.
Ze sliepen dan 's nachts op de hooizolder.

Dus u zag sommige onderduikers niet eens?

Nee, maar dat vond ik niet zo erg.
Als je dan 's morgens op de hooizolder keek, waren ze alweer weg.

U was vast wel eens bang.
Wanneer?

Zij: Als ik de stappen van de zware, dikke laarzen hoorde.
Dan dacht ik altijd, dat ze meenamen.
Hij: Ik was verbeten op de Duitsers.
Zij hadden ons land en dat kon ik als het ware niet hebben.
We hebben een keer beleefd, toen zaten we in de kerk, dat deze door de Duitsers werd omsingeld.
Toen de dienst was afgelopen, moesten de mannen blijven en mochten de vrouwen en kindren naar huis.

Had u een radio thuis?

Nee, want die moest je inleveren.
Had je er wel een en de Duitsers vonden hem, dan was je erbij.

Was u wel eens na 'spertijd'buiten?

Jawel.....We waren eens naar een verjaardag geweest en we waren de tijd vergeten.
Om half tien gingen we naar huis.
We zouden door de velden gaan, want dan liepen we minder kans gepakt te worden.
We moesten ergens over een hekje klimmen en ja hoor...daar stond een Nsb- er.
Hij had een geweer bij zich.

Welk beroep had u in de oorlog?

Ik was melkboer.
Nou, dan had je soms gehannes met die NSB- ers.
Ze moesten bijvoorbeeld alles kunnen krijgen zonder bonnen.
Dat gebeurde bij mij nooit, want andere mensen hadden ook alles op de bon.

Wat was voor u een gebeurtenis, die u niet gauw vergeet?

Zij:  De razzia's die er gehouden werden en als ze dan al die jomngens meenamen.
Ja, dat was iets verschrikkelijks.
Hij:  Er viel een bom op nog geen 200 m afstand.
Hij had net zo goed op ons huis kunnen vallen.

Was er veel armoede in uw directe omgeving?

Hij: Nou, in het dorp niet zoveel.
Je had veel ruilhandel.
Zij: Je moest ook al het vlees van eigen dieren inleveren.
Een keer hadden we net een schaap gedood en ik had het vlees in wekflessen gedaan toen de NSM er aankwam.
Nou, dan snap je wel dat dat vlees ergens heen moest.
Anders waren we het natuurlijk kwijt.
We hebben het toen snel in de taurfbak gegooid.
Hij: We hadden ook een keer iets geruild tegen koolzaad.
Daar kun je dan olie uit maken, want je moest het de hele week doen met een half pakje boter.
Al dat koolzaad lag in huis toen er politie kwam.
We hebben toen gauw het koolzaad door het dakraam in de krimp gegooid (krimp= een gootjes tussen 2 daken)
Later konden we het gelukkig weer pakken.

Las u ook illegale krantjes?

Nee, want dat mocht immers niet.
We kregen alleen van die Duitse kranten.
Onze buurvrouw zei altijd:
"Je hoeft ze me niet meer te brengen, want ik leg ze direct naast de WC neer.
Weet je, we lazen wel gedichtjes over de Duitsers en NSB- ers, zoals:

De landwacht

De landwacht is kapot.
En verdwenen is die zot.
En verdwenen is die zot.
Verdwenen met huid en haar.
Die grote idioot.
Heeft zijn eigen volk gedood.

Ontstal het zijn schamel stuk brood.

Als men uit Holland kwam
om een kleine boterham,
dan stond er zo'n groene vent
en nam hem in beslag.
Met zij grote grauwe lach
toen Holland te sterven lag.

Jitske Pauw
(schoolkrant 1985)
_________________________________________________________________________

Een boer hier op Den Ham melkte 's morgens zijn koeien, toen de Duitsers hier in Den Ham kwamen.
Ze hebben hem zomaar, zonder reden doodgeschoten, maar het ergste was, dat hij niet wist, dat het oorlog was.

Tjerk van Til
___________________________________________________________________________

"Meekomen", zei de agent, "naar Zyuidhorn!
Je bent na 'spertijd'buiten"
Nou, daar ging hij langs de Hoge weg en langs het spoor naar Zuidhorn.
Dit was dus zo'n Nederlandse verrader,
Hij probeerde nog om de agent te bepraten, maar dat lukte niet.
Hij werd verhoord in de politiekazerne in Zuidhorn.
Ze vroegen hem of ze ook onderduikers hadden, of ze ewen radio thuis hadden, of ze clandestien slachtten.
Nou ze hadden onderduikers, ze hadden twee radio's, één van henzelf en één van de ondergedoken spoorwegman en ze slachtten ook clandestien, maar............ dat kreeg die agent niet te horen........! 
Geert Postema
____________________________________________________________________________

We hadden een boerderij.Na eerst paarden ingeleverd te hebben bij de Nederlanders mpest dat toen voor de Duitsers.
We werden verplicht zoveel koolzaad te verbouwen, zoals vlees en melk te leveren.....
We hebben twee meisjes uit Rotterdam gehad.
Toen ze aankwamen, waren ze ondervoend en zaten ze onder de luizen.
Er zijn vaak onderduikers bij ons geweest.
Het langst twee jongens die naar Duitsland moesten om te werken.

Danieke Hoexum
_______________________________________________________________________________
'Spertijd'

Op Elektra liep iemand met een zaklantaarn buiten te schijnen.
Er kwamen twee Duitsers langs.
Ze namen de zaklantaarn in beslag en de man moest mee naar Zoutkamp.
's Avonds mocht je geen lichten maken of laten uitstralen.
Hij kreeg er flink van ;angs.
Hij viel tegen de kachel en de pijp van de kachel vloog eruit.
Toen moest hij van de Duitsers die hete kachelpijp er weer induwen.....
Met zijn blote handen!

Janny van der Kooi
_________________________________________________________________________________
Mijn andere opa woonde op een boerderij.
Het was in de perentijd yoen de Duitsers bij mijn opa kwamen en vroegen om peerden.
Mijn opa kon het niet goed verstaan en dacht, dat ze om peren vroegen.
Dus hij naar boven......
Hij kwam met een handvol peren terug en ze vertrokken met die peren.....

Mariska van der Helm